De onzin en absurditeit van de paricipatiewet

Nu bijna een jaar geleden had Onze koning het over de participatie samenleving. Daarmee zei hij eigenlijk: Je moet mee doen, ook als je niet kan.

De VVD is boos omdat dit een hype zou zijn, welke al jaren werkelijkheid is. Mijn vraag is dan: Waarom is het dan nodig om nog verder te knijpen op de hulp aan de zwakste der samenleving?

Ik vind oprecht dat mensen die kunnen werken ook moeten werken. Maar de manier waarop, daarover verschillen wij van mening (Coalitie+gedoogpartners en ik). Ik vind dat mensen in de WAJONG die kunnen werken aan het werk geholpen moeten worden en tijdens het werk begeleid. Nu is de begeleiding op de werkvloer maximaal 3 jaar, alsof je dan opeens genezen bent.

Je hebt een WAJONG, of PGB omdat je niet beter wordt, niet omdat je zo productief hard kan werken.

Werkgevers moeten zonder de werknemer de benadelen worden gecompenseerd in de lagere productie. Op dit moment gaat dit ten koste van de werknemer die tot 50% minder loon krijgt.

Dus, laat werken lonen, laat het in dienst nemen van een Wajongere lonen, en zorg voor goede en definitieve randvoorwaarden.

Waar gaat het fout in het arbeidsproces wanneer de participatie wet in werking treedt?:

Collega’s hebben vaak geen ervaring met stoornissen of handicaps.

De werkplek is niet geschikt, zo is er bijvoorbeeld geen kleinschalige werkplek waar iemand alleen of met 1 of 2 andere kan zitten werken.

Ook is niet iedere werkplek geschikt voor mensen met verminderde mobiliteit, of een visuele beperking.

Leidinggevende en managers moeten wel kunnen omgaan met mensen met een “extraatje”. Ze hebben meer tact nodig, meer geduld is zeer gewenst en een luisterend oor is nog meer van belang.

Niet iedereen kan zijn / haar grens aangeven, helaas want dit zou de werkplek voor bijvoorbeeld iemand met bijvoorbeeld Autisme of ADHD leuker en fijner maken.

Niet alle bedrijven zijn geschikt voor mensen met een “extraatje”, zo kan het zijn dat de werkdruk te hoog is, of dat er alleen klanten komen van een bepaalde statuur welke niet op iemand met een “extraatje” zitten te wachten. Verkoopdruk kan ook stress opleveren, waardoor de medewerker opdringerig wordt.

Volgens mij heb ik nu de meeste mikken en makken van de WAJONG participatie plicht (ook voor bedrijven) wel benoemd. Ik ga nu in op de zorg:

Schoonmaken is een vak. Zoon of dochter kan niet garanderen dat hij / zij de bacteriën in een WC-pot voldoende weg krijgt.

Koken is leuk, maar voor iemand met verzwakte weerstand is het een vak. Koken voor mensen met verminderde weerstand is moeilijk, mag iemand zout? Hoeveel moet ik maken? Is het vlees goed gaar? Kruisbesmetting is een groot gevaar. Als iemand die een goede afweer heeft iets te rauw vlees eet dan zal de ontlasting 1 of 2 keer iets dunner zijn, iemand met verminderde weerstand kan er dood door gaan.

Mensen wassen is een vak, je moet goed weten hoe je iemand moet wassen en afdrogen, wat laat je zelf doen, of wat doe jij voor hem / haar. Tevens kan het erg vervelend zijn om je bloot te geven aan een buurman / vrouw, zoon / dochter. Een helpende kijkt hier doorheen en reageert professioneel en weet hoe hard je kan drukken en hoe goed af te drogen.

Het is lastig om iemand die je privé kent goed te helpen met sociale aspecten omdat je emotioneel betrokken bent. Een professionele afstand is erg gewenst.

Een hulpverlener kan makkelijker zeggen dat iemand er een zooitje van maakt dan een emotioneel betrokkene, de emotioneel betrokkene is bang om de naaste te kwetsen.

Kortom, laat dingen doen door mensen die daar goed in zijn, en niet door amateurs. Of laat u uw gasleiding door uw boekhouder aanleggen? Mensen die het prima vinden om door de buurman gewassen te worden doen dat al.